NL | EN

Communicatie vrijheid: wel netneutraliteit, geen internetfilters

Freedom of communication: net neutrality, no internet filters

Door: Rejo Zenger
We zetten in op een goede basis voor scherpe handhaving van netneutraliteit én we hebben een internetfilter gesloopt. Op naar het volgende filter.

Op conferenties wordt ik er nog altijd af en toe op aangesproken: Nederland dat in 2012 als eerste land in Europa het gouden principe van netneutraliteit in de wet had vastgelegd. Het is het principe dat jij zelf mag bepalen wat je op internet doet. Dat je provider soortgelijk verkeer altijd gelijk moet behandelen. Dat een half internet geen internet is. Het is een van de uitgangspunten die innovatie stimuleert en internet zo snel heeft laten groeien als is gebeurd. En gelukkig is dat recht nu niet alleen nog voorbehouden aan ons eigen kikkerlandje, maar geldt het voor heel Europa.

In 2016 ging netneutraliteit vooral over de implementatie van die Europese regels die vlak daarvoor waren aangenomen. Dat gaat voor een deel om gortdroge formele materie, zoals het aanwijzen van de toezichthouder in Nederland. Een heel stuk spannender waren de consultatie en publicatie van de richtlijnen van het samenwerkings­verband van Europese toezichthouders: hoe leggen zij de regels uit. Dat is immers bepalend voor de handhaving en daarmee van de effectiviteit van de nieuwe regels. Maar wat ik misschien wel het vetste vond: de Nederlandse regering maakte van de ruimte in de Europese regels gebruik door duidelijk te maken dat in haar lezing prijsdiscriminatie niet mag. Dat verdient kudo’s.

Het goede resultaat heeft wel de nodige inspanning gekost. We hebben, samen met onze Europese collega’s, campagne gevoerd om dat samenwerkingsverband van toezichthouders te overtuigen van een uitleg van de Europese regels waarbij jouw rechten centraal staan. De vier belangrijkste loopholes werden daarmee zo goed als gedicht. En goed voor ons: we konden rekenen op het puike werk van onze Europese collega’s. Zelf hadden we minder tijd , omdat onze eigen regering ons met tal van bonte voorstellen die ook inbreuk maken op jouw vrijheid op internet.

By: Rejo Zenger
We work towards a strong basis for focused enforcement of net neutrality and we have demolished an internet filter. On to the next one.

I’m still occasionally being approached at conferences about the fact that the Netherlands was the first country in Europe to lay down the golden principle of net neutrality in its laws, in 2012. The principle that you can decide freely what to do online. That your provider must always treat similar kinds of traffic equally. That half an internet is no internet at all. It is one of the principles that stimulates innovation and has allowed internet to grow as quickly as it has. And luckily, that right is not only now preserved for our own small, waterlogged country, but is true of the whole of Europe.

In 2016, net neutrality was primarily about the implementation of the European rules that had been adopted shortly before. This is in-part relating to dry, formal matters, such as the designation of the regulator in the Netherlands. Considerably more exciting were the consultations and publication of the guidelines of the consortium of European regulators: how they explain the rules. This is after all decisive for the enforcement and the effectiveness of the new rules. But what I possibly found the coolest of all: the Dutch government used the space in the European rules to make clear that in its interpretation, price discrimination is not allowed. This deserves kudos.

This good result has not been without great effort. We have, along with our European colleagues, campaigned to convince the consortium of an explanation of the European rules in which your rights are met and respected overall. This closed the four most important loopholes. And a very welcome piece of good fortune: we could count on the superb work of our European colleagues. We had less time to put in the same amount of work, because our own government was keeping us busy with an array of proposals that will also violate your freedom on the internet.

Ooit hadden we eens besloten dat Bits of Freedom geen tijd zou steken in het gevecht rondom het wetsvoorstel dat online gokken moet gaan reguleren, waarmee ook een internetfilter zou worden geïntroduceerd. We hadden domweg te veel andere projecten en wetsvoorstellen. Toch kon ik het niet laten. Toen het wetsvoorstel in daadwerkelijk in de Tweede Kamer werd behandeld moest ik me er mee bemoeien.

Samen met andere organisaties, zoals het bedrijf dat de registratie van domeinnamen in Nederland regelt, hebben we de leden van de Tweede Kamer weten te overtuigen dat een internetfilter écht een heel slecht idee is. Het feit dat zo’n internetfilter providers dwingt internetverkeer te manipuleren en blokkeren maakt dat het filter het vertrouwen in onze digitale infrastructuur ondermijnt. Oh, en los van het feit dat het ook nog eens het illegale aanbod alleen verstopt in plaats van offline haalt én zo’n filter ook gemakkelijk voor allerlei anderen doeleinden gebruikt kan worden. Ik was niet verbaasd dat organisaties die opkomen voor auteursrechthebbenden voorstander van een filter tegen illegaal gokken waren.

Dat ik hiermee 2016 met een goed gevoel kan achterlaten neemt niet weg dat er genoeg te doen is in het komende jaar. De Europese Commissie lanceerde aan het einde van het jaar haar voorstel voor de herziening van de regels rondom het auteursrecht. En dat stemt niet vrolijk. Voor veel van de negatieve aspecten is al behoorlijk aandacht, maar één specifiek artikel is onterecht meer dan onderbelicht. Dat artikel dwingt providers en platformen tot het opzetten van een filter waarmee de uploads van gebruikers worden gemonitord en geblokkeerd – op basis van wat rechthebbenden zeggen wat acceptabel is en wat niet. Het artikel wil bovendien de beperking van aansprakelijkheid van de platformen en providers inperken, terwijl die beperking ontzettend belangrijk is voor jouw vrijheid van meningsuiting. Zonder die beperking zullen platformen en providers uiterst terughoudend zijn in wat zij accepteren dat jij online zet.

A proposal to regulate online gambling, for example, had been lying on the shelf for a while. This included the introduction of an internet filter. Just before the bill was due to be handled inparliament, we came into action. Together with other organisations, such as the company that organises the registration of domain names in the Netherlands, we were able to convince members of the government that an internet filter is a really bad idea. The fact that an internet filter forces providers to manipulate and block internet traffic, causes the filter to undermine confidence in our digital infrastructure. And that’s not to mention the fact that it only hides any illegal offerings, instead of taking them offline and that such a filter can also easily be used for all kinds of other purposes. I wasn’t surprised that organisations that represent copyright owners were supporters of a filter against illegal gambling.

The fact that I can look back on 2016 with a positive feeling doesn’t mean that there’s not plenty to do in the coming year. At the end of the year, the European Commission launched its proposal for the revision of copyright rules. Which is not something to be pleased about. There has already been lots of attention for the negative aspects, but one specific article has unjustifiably been underexposed. This article forces providers and platforms into setting up a filter that monitors and blocks user uploads – based on what authorities say is acceptable or not. The article also wants to restrict the limitation of liability of platforms and providers, while this limitation is extremely important for your freedom of expression. Without this limitation, platforms and providers will be extremely cautious about what they accept of what you put online.